Omdat we ons op de eerste wandeldag meestal flink over de kop lopen hadden we al een rustdag ingelast na de eerste wandeldag. En dus 2 dagen later moeten we weer naar Chevenoz, maar nu met de bus geheel vanuit Châtel. We willen met de eerste bus van 7 uur weg, maar dat betekent wel dat we vanaf de camping zo'n 25 nminuten moeten lopen naar het centrum vanwaar de bus vertrekt aangezien de eerste shuttlebus van de camping naar het centrum pas om 9 uur gaat. En dus lopen we vroeg in de ochtend met de rugzak op naar de bushalte.
We staan nog voor half 8 bij de bushalte in Chevenoz. Omdat we wat gehaast zijn vertrokken van de camping hadden we niet de tijd om te ontbijten en dus hadden we ons ontbijt maar bij ons in een plastic tas. Een bushalte is niet heel inspirerend als ontbijtlokatie, maar in ieder geval is er wel een bankje. Zo tijdens het ontbijt begint moeder natuur te roepen en ondanks dat we wel wc-papier bij ons hebben zou het fijn zijn om ook echt een toilet te hebben. We breken ons ontbijt af en lopen richting Le Crêt in de hoop daar iets te vinden. IJdele hoop, helaas. Er is niks in Chevenoz en niks in Le Crêt dus dat wordt dan het bos. We lopen flink omhoog totdat na het gehucht de huizen en ook het asfalt ophoudt. Toch maar even de rugzak af en achter een boom.... Maar daar gaat het verkeerd, want met mijn broek op m'n knieën voel ik een steek op mijn bil en meteen ook op een andere nog gevoeligere plaats. Ik kijk naar beneden en zie....wespen. Blijkbaar iets van een nest in de buurt! Ik ren met mijn broek nog op de knieën een paar meter weg en gelukkig volgen ze me niet. Tijd om me te fatsoeneren dus. De 2 wespensteken doen flink pijn en dat zullen ook nog wel flinke bulten worden vandaag.
Door alle stress vergeten we dat we maar half ontbeten hebben en we doen de rugzak op om verder te gaan. Het klimt flink, eerst nog door het bos, maar bij Sur les Trables is het wat opener. Hier staan 2 grote stieren op het pad en naar wat lijkt de eigenaar van de stieren. De beste man staat één van de stieren onder z'n kin te kriebelen alsof het een kat is en de stier vindt het best. Wij ook, want nou hebben ze geen aandacht voor ons en dus lopen we snel tussen de stieren door verder omhoog. Weer een stukje door het bos totdat we bij de volgende schuur/stal komen: Petit Chesnay. Voor ons uit zien we een mooie weide met wat koeien en indrukwekkende bergen op de achtergrond. Dit is wat we verwacht hadden te zien! Het nadeel van koeien is wel dat je er dan tussendoor moet lopen en vrouwlief is niet de grootste liefhebber van koeien (tenzij medium-rare op haar bord dan). De meeste staan rond de volgende stal, Grand Chesnay, waar we met een boogje omheen lopen. We blikken terug om nog even van het landschap te genieten.
Na Grand Chesnay is het net of we de laatste beschaving achter ons gelaten hebben - wat natuurlijk onzin is gezien de hoeveelheid skiliften op de kaart. Het is wat opener hier terwijl we richting Mont Barron lopen. Dat lijkt zo vlakbij en recht voor ons, maar het pad klimt verradelijk stug door. We beginnen te merken hier dat het ontbijt vandaag niet zoveel voorstelde, en met lege magen komen we aan de voet van Mont Barron waar we pauzeren voor een verlaat deel 2 van het ontbijt. Vanaf hier gaat het weer een stukje naar beneden naar Col des Boeufs, en boeufs lopen er genoeg hier. Om vervolgens weer omhoog te moeten. Eerst nog wat onregelmatig over een karrespoor en dan behoorlijk steil over een smal pad door het bos. Met hijgen en puffen komen we boven waar het meer open is....denken we. Nou ja, dat het open is klopt wel, maar dat het boven is niet. We moeten hier scherp naar rechts langs een bovenstation van een skilift en hier is het weer met handen en voeten klimmen. Lupita is er helemaal klaar mee, maar we zullen toch nog even door moeten. Uiteindelijk staan we dan echt boven op de Tête des Fieux en hebben we prachtig uitzicht richting de Mont Blanc.
Echt koel is het hier niet, en echt ruimte om even te rusten ook niet. We lopen over een brede graat naar een picknickplaats om daar op een bankje te kunnen zitten. Er zit al een familie, maar er is plek zat. Zij denken daar duidelijk anders over en gaan breeduit zitten zodat we alleen maar op de grond kunnen zitten. Hoe sociaal. Even snel iets eten dan maar en dan gaan we wel weer verder. Er wacht een strakke klim omhoog tot bijna aan een bovenstation van een skilift. Daar moeten we naar links, maar hoewel we vanaf een afstand konden zien waar is het eenmaal daar niet zo duidelijk. We moeten over het prikkeldraad en dan voelt het alsof we over de rand moeten stappen het grote onbekende in....om vervolgens het pad te zien. Heel small met links steil naar beneden - niet ons favoriet. En zeker niet vlag: flink naar beneden naar Chalet Vert en dan weer flink omhoog naar Col de la Casse d'Oche. En dan uiteindelijk weer naar beneden naar meertjes van Oche. Hier zijn flink meer wandelaars, maar gelukkig is er ook flink wat ruimte om lekker even in het gras te zitten met de schoenen uit. Het liefst de rest van de middag....
Helaas, het is tegen 15 uur en we moeten nog wel even. Eerst 45 minuten omhoog naar Col des Portes d'Oche. We zitten er nog niet doorheen, maar we zijn wel al flink moe en hopen dat dit de laatste flinke klim is van vandaag. We gaan eigenlijk best goed omhoog - niet hard, maar wel zo'n beetje in de 45 minuten die er voor staat. De pas is een heel smal gaatje tussen de rotsen door met aan de andere kant diep beneden een meertje. Dit meertje moeten we half rond, zonder dat we helemaal naar beneden moeten, naar de pas aan de andere kant die we al zien liggen. Volgens de bordjes een wandeling van 10 minuten. Nou, vergeet het maar. Het is klauteren over rotsblokken, eerst steil naar beneden, later wat vlakker. Met een rugzak op helemaal niet zo makkelijk en wat 10 minuten is volgens de bordjes kost ons gewoon 40 minuten.
De pas aan de andere kant, Col de Pavis, is vlak en breed en als we er aankomen zit een stel aan de kant van het pad tegen de berg omhoog te kijken. We kijken ook naar links en daar staan een paar gemzen tegen de steile helling op. De eerste gemzen van ons Alpenavontuur. Prachtig. Na de pas begint het weer te dalen over een zwaar uitgesleten pad dat ontzettend moeilijk te belopen is. En nu is het droog, we moeten er niet aan denken als het nat is. Het daalt maar en het daalt maar....maar we moeten nog een pas over. Ik verlies 2 keer mijn evenwicht door de grote gaten en kuilen in het pad; de tweede keer red ik het vege lijf door een stuk naar beneden te springen en wonder boven wonder netjes op mijn voeten terecht te komen zonder dat ik enkel of zo verzwuk. Eigenlijk zouden we moeten dalen tot aan Roche de Neuteu, maar het pad is zo slecht dat we besluiten het afsteekje naar rechts te nemen dat direct naar Col de Bise gaat. Dit is wat vlakker en ons geluk kan niet op: na de gemzen op Col de Pavis staat er nu een groep steenbokken langs het pad. Misschien voor de doorgewinterde bergwandelaar niet zo bijzonder, maar voor ons nog wel.
Het laatste stukje naar Col de Bise gaat weer steiler en we worstelen ons naar de top vanwaar we diep beneden ons de Refuge zien liggen. Nog zeker een uur lopen....zucht. De afdaling is een drama - mijn rechter grote teen die herstellende is van een ontsteking begint weer serieus pijn te doen en de knie van Lupita trekt het ook nauwelijks. Strompelend komen we aan bij de refuge, het is ondertussen na 18 uur en gezien we vanochtend om 7:30 uit de bus stapten was het een lange lange dag. De ontvangst in de hut is niet erg hartelijk; we willen kamperen maar wel gewoon tegen betaling het sanitair gebruiken, dineren en ontbijten. Dat eerste en laatste is mogelijk, maar dineren niet. Er zijn volgens de eigenaresse te weinig mensen in de hut om voor te koken. We moeten maar iets verderop bij het restaurantje aan de parkeerplaats gaan eten. Daar mogen we dan ook onze tent opzetten....
En dat doen we dus, schuin tegenover de buvette. Een pokkeneind van de hut vandaan en dus een flinke wandeling voor een douche. We informeren bij de buvette en ze zitten om 19 uur volgeboekt, maar dat gaan we sowieso niet halen. Vanaf 20:30 heeft hij wel plek binnen, als we eeder willen eten zou dat buiten moeten zijn. Afijn, eerst douchen en dan zien we wel. Als we bij de douche aankomen gaan mensen net de eetzaal van de hut in. We zien binnen een aantal tafels gedekt....maar...er was toch geen diner vanavond? Laat ook maar, de douche is in ieder geval warm. Zo tegen 20 uur strijken we neer op het terrasje om in ieder geval wat te drinken te bestellen. We zien al wat gasten vertrekken en kijken vragen naar de dame die ons bedient, en ja, we mogen naar binnen. Het is warm, druk, gezellig en met de beste tartiflette die ik in jaren gegeten heb. Wie heeft er de hut nodig?
|
|
|